woensdag 8 augustus 2012

Laat bijen geen bijzaak zijn.

Dit jaar is uitgeroepen tot het jaar van de bij. Niet zonder reden, omdat de honingbij het erg moeilijk heeft. Wereldwijd sterft ieder jaar circa 30% van de bijenvolken. Het probleem wordt danig onderschat. De honingbij is voor 80% verantwoordelijk voor de bestuiving van bloemen en planten. Veel groenten en nog meer fruit kunnen alleen groeien als en bloem bezocht is door de bij. En zoals Einstein het al eens heeft gezegd: " Wanneer de bij sterft, sterf de mensheid daarna binnen 4 jaar". Veel van de beweringen van deze man zijn reeds uitgekomen....
Zo langzamerhand komt men tot inzicht dat er iets gedaan moet worden aan het bijenprobleem. De landelijke politiek echter ziet het nog niet echt als haar taak hier iets aan te moeten doen. In de lagen eronder, zoals provincies en gemeenten begint enige beweging te komen. De vraag is of de politiek hier alleen iets aan moet doen. Ik denk dat we het probleem van bijensterfte gezamenlijk moeten aanpakken. Hoe? Allereerst moeten we de oorzaken van het probleem bijensterfte opsporen. Nu denkt men dat de Varoamijt en de schadelijke gewasbestrijdingsmiddelen oorzaken zijn van de sterfte onder de bijen. Zekerheid hebben we hierover nog niet. We moeten dan ook geld investeren in onderzoek naar de bijensterfte en dat kan vanuit de overheid. Moeten we daarin zelf het wiel uitvinden, of kunnen we aantakken bij internationale onderzoeken? Ik denk dat we ons aan moeten sluiten partijen die al vergevorderd zijn in hun zoektocht naar de oorzaken van de bijensterfte. Goed dat kost geld en daarin kan terecht de vraag gesteld worden: is dat nodig? Wanneer je het mogelijke wereldvoedselprobleem dat ontstaat wanneer de bijen wegvallen,laat opwegen tegen de kosten van onderzoek denk ik dat we er snel uit zijn. We moeten de portemonnee trekken. Maar er zijn meer maatregelen die getroffen moeten en kunnen worden. De bijen hebben voor hun eigen gezondheid meerdere soorten stuifmeel nodig. Dat betekent een gevarieerd aanbod van bloemen en planten. De mens kan daar veel aan doen. Plant in uw eigen tuin een gevarieerd aanbod van bloemen en planten, zodat u niet alleen het hele jaar door leuke bloemen in de tuin hebt staan, maar ook de bijen tot in het najaar hun broodnodige stuifmeel kunnen halen.
Maar hoe komt de bij in uw tuin? Een bij kan zich uitstekend oriƫnteren op het volk waartoe het behoort. In een goede periode, bijvoorbeeld in de zomer heeft een bij een actieradius van 3 kilometer. Wanneer u een honingbij in uw tuin ziet betekent dit dat er een bijenvolk binnen 3 kilometer afstand zit. Imkers zullen dan ook meer aan spreiding moeten doen en op meerder plekken hun volken moeten plaatsen. Zo vergroot je niet alleen het werkgebied van de bijen, je spreidt ook het risico op ziekten in de volken. Zo kunnen imkers en bewoners van dorpen en steden allen een steentje bijdragen het de bijen het beste bieden wat zij nodig hebben. Ook gemeenten en provincies kunnen iets doen aan het probleem. Zo kunnen de overheden een ander maai- en zaaibeleid invoeren. De gemeente Zoetermeer geeft daarin een heel goed voorbeeld. Zo maait men daar minder de bermen en houdt men rekening met bloeiende planten en bloemen. Ook ruimt men het gemaaide gras direct op, zodat er geen verrijking plaatsvindt van de grond. Hoe rijker de grond is, des te beter groeien bijvoorbeeld de brandnetels. De gemeenten kunnen braakliggende gronden inzaaien met een mengsel van bloemenzaad, zodat het niet alleen leuk oogt, maar ook goed is voor de bijen. De imkers moeten meer de ruimte krijgen om bijenkasten te plaatsen waar het kan. Nu zijn er nog vaak teveel regels die het onmogelijk maken om bijen te houden. Zo heb ik zelf de ervaring een keer gehad met de NS. Langs het spoor achter mijn huis groeit de koolzaad volop. Ik had een verzoek ingediend bij de NS om op een afgesloten gebied op ongeveer 15 meter van het spoor een bijenvolk te plaatsen. Het werd afgewezen, omdat interne regels dit onmogelijk maakte. Men moest te allen tijden aan het spoor kunnen werken zonder gevaar voor hun medewerkers. En dan komen we nog op het onderwerp voorlichting. Talloze keren per jaar word ik gebeld door mensen die last hebben van bijenvolken of -zwermen. Het blijkt maar al te vaak dat men niet weet welke verschillen er zitten tussen wespen, bijen en hommels. Op scholen of tijdens lezingen kunnen imkers voorlichting geven over " hun" bijen.
Al met al kunnen we samen iets aan het probleem van bijensterfte doen. Gelukkig komt er iets van beweging in de provinciale en gemeentelijke aanpak. Zo zijn er onlangs initiatieven vanuit de Provinciale Staten Zuid-Holland ingediend door de Partij voor de Dieren aangenomen. Ook heeft een amendement van D66 de gemeente Capelle aan het werk gezet om zich bijvriendelijk op te stellen. In beide gevallen heb ik samen met mijn dochter die ook imkert een kleine bijdrage kunnen leveren. Laten we hopen dat we met gezamenlijke inspanningen nog lang van de honingbijen kunnen genieten, al was het voor veel mensen alleen maar voor de heerlijke zuivere honing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten