zondag 23 december 2012

Vrijwilligers maken asielwerk betaalbaar.

Met de jaarwisseling voor de deur overdenkt menigeen welke goede voornemens er voor het komende jaar uit de kast gehaald moeten worden. Traditioneel staat vast op nr 1 het afvallen, gevolgd door het stoppen met roken en het sporten. Een enkeling zal daarnaar gevraagd vrijwilligerswerk als goede voornemen noemen. Toch zijn veel instanties afhankelijk van deze onbetaal(bare)de arbeid. Neem nu de asielen van de Dierenbescherming Rijnmond. In de 6 opvangcentra werkt dagelijks een hele groep vrijwilligers. Zij aan zij, samen met de vaste krachten verzorgen zij het gehele jaar door de kansarme dieren. Fantastisch werk gedaan door fantastische mensen. Hoe groot die groep vrijwilligers is? Meer dan 250 personen. Het is een mix van mensen. Van jong tot oud, van hoog geschoold tot ongeschoold. Ze hebben ten minste 1 gemeenschappelijke drive:liefde voor dieren. De opvangcentra zijn deze mensen uitermate dankbaar, zonder hun hulp zou het dierenwelzijn in de asielen niet gegarandeerd zijn. Je hebt deze mensen gewoon hard nodig. Maar wat als ze er niet zouden zijn? Wat als alle vrijwilligers nu eens vervangen moesten worden door vaste betaalde krachten? Nog geen jaar later moeten dan de deuren van de asielen noodgedwongen gesloten worden. De dieren blijven op straat zwerven, het dierenleed is niet meer te overzien. Wanneer de asielen failliet gaan wordt de gemeentelijke taak: de opvang en verzorging van zwervend aangetroffen dieren ook niet meer uitgevoerd. Een taak die is vastgelegd in het Burgelijk Wetboek. Waar ik me dan zo over verbaas is het feit dat veel gemeenten maar een minimale financiele bijdrage willen leveren aan de asielen. "Geen geld, we moeten bezuinigen en prioriteiten stellen"hoor je dan vaak. Gemeenten, realiseert u zich wel dat u nu eigenlijk dankzij de inzet van alle vrijwilligers voor een dubbeltje op de eerste rang zit? Sla de inzet van deze dierenvrienden eens om in betaalde krachten en koppel daar salarissen aan. Wanneer de asielen daarna de rekening van de opvang en verzorging bij de gemeente in zouden dienen is het echt schrikken. De gemeenten Rotterdam en Capelle aan den Ijssel hebben de realiteit ingezien en constateren dat het zo niet verder kan gaan. De overige gemeenten wachten nog op wat er gebeuren gaat. Het gestelde ultimatum van de Dierenbescherming Rijnmond is in zicht. Wat gebeurt er na 1 januari 2013 met de zwervende dieren. Blijven ze op straat rondlopen? Worden ze afgeleverd op de stoepen van het gemeentehuis?
Het leger van vrijwilligers zal zich ook gaan roeren denk ik. Zij zullen ook aankloppen bij de gemeente. Veel van de vrijwilligers zijn werken vanuit diverse (gemeentelijke)organisaties in de asielen. Na sluiting van de asielen zullen zij ook richting het stadhuis optrekken en komen op zoek naar het juiste loket, misschien wel een zwerfhond of -kat tegen die zij kort daarvoor nog hebben verzorgd.
Mijn boodschap voor 2013 aan de diverse gemeenten is: Neem uw verantwoordelijkheid en betaal de rekening die gekoppeld is aan de opvang van zwervend aangetroffen dieren. Laat de dieren in 2013 niet in de kou staan. De vrijwilligers zullen u steunen en het werk vast wel kostenloos blijven doen. Zij voelen het als hun plicht iets voor dieren te moeten doen. Dat is onbetaalbaar.

zondag 16 december 2012

De politieke prestatiebeloner.

Nog een paar dagen, dan knallen de kurken en maken we ons op voor een nieuw jaar. Wat dat ons zal brengen weet niemand, maar kunnen we daarin als burger een beetje sturen? Ik denk het wel.
In 2014 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. De bestuurders maken nu al plannen om de kiezers te paaien. Fraaie beloftes worden gedaan om de kiezers die niet vastgeworteld zijn in een politieke kleur, te overtuigen dat zij het gelijk aan hun zijde hebben. Na de verkiezingen begint de strijd om het pluche pas echt en weten we eigenlijk nu al dat van die beloftes weinig meer terecht komt. Het zachte pluche weegt zwaarder dan het belang van de kiezer.
Wij zijn afhankelijk van de grillen en grollen van de politieke bestuurders. Maar kunnen we de zaken niet omdraaien? Laten we voorop stellen dat wij als mensen niet veel verschillen met de dieren, neem nu als voorbeeld maar eens de hond. Een hond train je en laat je gehoorzamen. De liefde van een hond gaat door de maag, dat weten wij als mens, maar dat weet ook de viervoeter. Hij moet eerst positief gedrag laten zien en krijgt daarna als beloning een brokje. Hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld de clicker worden vaak als "versneller"van het positieve gedrag ingezet. Zodra de hond de clicker heeft gehoord, weet hij dat hij positief gedrag heeft vertoond en daarvoor beloond wordt.
Ja, u voelt het al aankomen, dat kunnen we ook bij de politiek doen.
Laat de bevolking nu eens tien tot vijftien punten noemen die belangrijk zijn. Voorbeelden nodig?: A: De gemeentelijke bibliotheek dreigt te moeten sluiten. Veel mensen vinden het belangrijk dat deze open blijft. B: Het hondenuitlaatbeleid van een gemeente deugt niet. Zowel voor en tegenstanders ergeren zich eraan. Via een website kunnen mensen bijvoorbeeld hun top 15 aangeven van aandachtspunten. Zo ontstaat er een duidelijk beeld van wat er leeft bij de bevolking van een gemeente. En nu komt het. De lijst met aandachtspunten wordt gestuurd naar alle politieke partijen van een gemeente, met de vriendelijke boodschap: "Ga ermee aan de slag" We hebben nog ruim een jaar om te zien welke partijen een of meerder punten van de lijst kunnen realiseren. Op de website wordt bijgehouden wat de bestuurders bereikt hebben. Ook coalities kunnen gesloten worden, om een meerderheid te krijgen. Ook dat wordt op de website kenbaar gemaakt.
Vlak voor de verkiezingen wordt de balans opgemaakt en kan de kiezer afrekenen met de bestuurders of partijen. De beloning voor de politiek is dat de burger het vertrouwen geeft aan de partij, of de persoon op de kieslijst. De partij of de persoon wordt afgerekend op de prestatie. En natuurlijk zal ook na de verkiezingen van 2014 de strijd om het pluche weer beginnen, maar dat mag. Het publiek heeft de lijst voor de komende periode alweer klaar liggen. Eigenlijk is dat heel normaal, want we zijn dat op veel andere fronten ook gewend. Er zijn maar weinig werkgevers die vooraf al loon uitbetalen. Er zijn maar weinig hotels die je voor je geboekt hebt al een kamer toewijzen. Noem het de politieke prestatiebeloner. De stem van de kiezer wordt de clicker van het systeem.

zondag 14 oktober 2012

Burgemeesters in 2013 trotse bezitters van huisdieren

Het opvangen en verzorgen van zwervend aangetroffen dieren is wettelijk geregeld. Het is de taak van de burgemeester om hier een goede opvang voor te regelen. In veel gemeenten wordt deze taak gedelegeerd aan de plaatselijke of regionale Dierenbescherming.
De asielen kwijten zich van deze taak al sinds mensenheugenis. Dat er kosten aan de opvang en verzorging van deze dieren verbonden zijn weet iedereen. Kosten die jaarlijks hoger worden omdat wet- en regelgeving steeds worden aangepast en vaste onkostenposten steeds hoger worden. Maar een kostendekkende vergoeding heeft nog geen enkel asiel ontvangen. Zijn de gemeente dan zo slim of zijn de asielen dan zo dom? ( afgeleide van een uitspraak van Gaal) Het is duidelijk dat de eerste zorg van een asiel uitgaat naar de verzorging van de dieren. Ze steken alle energie in hun moeilijke werk. Moeten vaak met een minimale inzet van beroepskrachten en de steun van een leger vrijwilligers 365 dagen per jaar, steunend op giften en schenkingen van meelevende dierenvrienden, ploeteren om de gemeentelijke taak naar behoren uit te kunnen voeren.
Dan heb je nauwelijks tijd om uitgebreid onderhandelingen te voeren met de ambtenaren van een gemeente, waar je je hand op moet houden voor extra geld. Extra geld dat een gat in de exploitatie van een asiel moet dichten. De gemeenten zullen zeker zolang het kan, de hand op de knip houden en zeggen: "jullie hebben het al jaren voor minder kunnen doen, waarom nu niet?" Klinkt logisch maar een kleine uitleg zal misschien verhelderend werken. Het zal niemand ontgaan zijn dat we in een financiele crisis verkeren. Het wordt voor iedereen minder en voor velen zelfs minder dat minder.
De Dierenbescherming en de asielen hebben jaren lang giften en schenkingen ontvangen en met dat geld konden de verliezen van de asielen weggewerkt worden. Eigenlijk zag je dat daardoor in al die jaren de Dierenbescherming de gemeenten financieel ondersteunden.Je kunt het zien als subsidieert de Dierenbescherming de gemeenten. Op zich geen probleem zolang alles goed gaat. Maar nu alles minder wordt zal de subsidiekraan van de Dierenbescherming dichtgedraaid worden. De gemeenten zullen de volledige verantwoordelijkheid moeten nemen. Ze zullen een kostendekkende vergoeding moeten betalen voor de zwervend aangetroffen dieren. Er zijn al gemeenten die sputteren en in de media hun bezwaren kenbaar maken. Ik kan hierbij alleen maar het volgende zeggen: Gemeenten, wees wijs en betaal de vergoeding zoals nu gevraagd wordt. Wees blij dat de Dierenbescherming niet haar recht haalt en een vordering bij u neerlegt van al die jaren dat ze te weinig ontvingen. Wat als de Dierenbescherming en de gemeenten voor 1 januari 2013 er niet uitkomen? In een recent verstuurde politieke Nieuwsbrief van de Dierenbescherming Rijnmond worden de burgemeester van de gemeenten nu al gefeliciteerd. Ze worden de trotse bezitters van duizenden zwervend aangetroffen honden, katten konijnen en knaagdieren. Ieder gevonden huisdier zal bij een loket van het gemeentehuis worden afgegeven.
En zoals ik in mijn vorige blog heb geschreven kan dat ook zo een voordeel geven. Huisdieren kunnen op het werk als teambuilders fungeren. Misschien kiest de burgemeester daar wel voor.

zaterdag 6 oktober 2012

Huisdier als teambuilder op kantoor

In het Dagblad Trouw van 6 oktober las ik een artikel over tuinders die planten wilden promoten in kantoren. Nu wil iedereen die iets te verkopen heeft wel via de krant een gratis promotieactie opzetten, maar dit keer las ik het toch met grote belangstelling. De planten in kantoren moesten ervoor zorgen dat er aangename geuren werden verspreid, waardoor de arbeidsprestaties verhoogd kunnen worden en irritaties tussen medewerkers onderling verminderd.
Nadat ik in eerste instantie aan planten dacht met een geestverruimende werking, werd al gauw duidelijk dat ik op het verkeerde spoor zat. Nee het waren normale planten. Maar wanneer planten in kantoren een positieve invloed hebben op de mens, waarom kunnen dieren dit dan niet? Ik zie dit in ons eigen kantoor van de Dierenbescherming Rijnmond. Wanneer ik mijn hond Dex meeneem wordt deze viervoeter onmiddellijk als eerste enthousiast begroet. Hij krijgt van iedereen een aai over de bol en weet op ieders gezicht een brede glimlach te toveren. Pas daarna krijg ik een goedenmorgen toegewenst.Maar dan heb ik alvast wel een glimlach in de pocket. Rambo, het hondje van de administratie kijkt dan wat geagiteerd, want de aandacht van "zijn"personeel moet nu verdeeld worden.
Er komt leven in de brouwerij hoorde ik onlangs een collega zeggen. Wat bij ons op kantoor kan, kan natuurlijk elders ook. Bedrijven zouden de mogelijkheid moeten onderzoeken om huisdieren in hun kantoren rond te laten lopen. De kat die lekker in de vensterbank van het kantoor ligt, geeft ontspanning en kan stress voorkomen.
Een kantoorhond moet dagelijks uitgelaten worden. De rokers hebben hun eigen pleziertjes, wanneer ze al dampend buiten aan hun verslavingdrang tegemoet komen. De niet rokers zijn daarvan de dupe. Met een kantoorhond kunnen zij in de rookpauzes lekker even naar buiten de hond uitlaten. Staat men in "verloren tijd"weer kiet. U leest het al, de irritaties tussen rokers en niet rokers zijn hiermee snel opgelost en daarom kan een kantoordier een heel goede teambuilder zijn.
Ook de gedeelde verantwoordelijkheid voor dieren kan in de teambuilding een belangrijke rol spelen. Samen verzorgen, betekent een gezamenlijke betrokkenheid. Dat nog geen manager hier op is gekomen he?
En gaat het kantoor sluiten tijdens een vakantie, dan zijn er altijd wel oplossingen te vinden. De binding met de medewerkers is vaak zo groot dat het dier wellicht bij een van de medewerkers tijdelijk ondergebracht kan worden en anders is er altijd nog wel een goed pension van de Dierenbescherming in de buurt. Ik hoor al mensen zeggen: Da's zielig moet een hond na sluitingstijd de hele nacht alleen zijn? Voor ieder probleem is er een oplossing. Natuurlijk moet je voorkomen dat een hond te lang alleen is. Het kan natuurlijk zijn dat de kantoorhond er een is van een medewerker. Maar het kan zeker ook zo zijn dat de hond om tourbeurt met medewerkers naar huis gaat. Ja dan wordt het zeker een succes. Dan heb je het teambuildend effect er zeker inzitten. Ik ga dit plan zeker nog nader bestuderen en u moet er niet raar van op staan te kijken wanneer het eerste kantoordier binnenkort in de schijnwerpers staat. En zoals het dan ook betaamd: het wordt dan wel een asielkantoordier.

zondag 23 september 2012

De hond op de zwarte lijst?

Deze week las ik in diverse kranten dat de hond niet geschikt is als huisdier. De mij bekende Henk Bleker had een tijdje geleden de universiteit Wageningen opdracht gegeven uit te zoeken welke dieren er nu op de lijst moeten komen van geschikte huisdieren. De uitslag was verbazend, onthutsend en roept bij mij en anderen althans vraagtekens op. Volgens adjunct secretaris Alex Ploeg van de Dibevo ( brancheorganisatie voor dierenspeciaalzaken en -pensions) blijven er van de 5500 zoogdieren, slechts 8 over die men als huisdier geschikt acht. De hond zit daar niet bij. Man's best friend wordt op de zwarte lijst gezet omdat het een dier is wat groepen gehouden moet worden. Tevens heeft een hond een tuin nodig van minimaal 200 vierkante meter, om zijn energie kwijt te kunnen. Dat heeft niet iedereen. Er zit wel wat in natuurlijk. Dat een hond van oorsprong een groepsdier is weten we al langer. Wanneer de hond afstamt van de wolf kennen we de voorbeelden van het roedelleven. En wanneer ik mijn hond zie spelen,rennen en schijngevechten zie houden met andere honden op het enige veld dat groot genoeg is in onze gemeente ( andere uitrenstroken beperken zich tot smalle stukjes groen langs drukke paden) is mij duidelijk dat de mens de roedel niet helemaal kan vervangen. Menig gemeentebestuur zal zo'n zwarte lijst omarmen en ziet hierin een middel om het hondenpoepprobleem eindelijk voor eens en altijd uit de wereld te helpen. Ik kan me van veel dieren voorstellen dat deze na rijp beraad op de zwarte lijst komen. Een hangbuikzwijn die zijn levens slijt in een driekamer flatje. Een struisvogel in je achtertuin, of een stinkdier in je huis zijn nu niet de eerste dieren waar je aan denkt om die aan te schaffen.
In het geval van honden en katten ligt dat wat mij betreft toch iets anders. De hond is van oorsprong een roedeldier dat is duidelijk. Door de eeuwen heen is de viervoeter geevalueerd van roofdier naar nutsdier
van nutsdier tot huisdier en gezelschapsdier. Veel mensen gaan echter door met de rolverandering van de hond en de volgende stap in de evaluatieketen is die van belangrijkste gezinslid. Alles draait tegenwoordig vaak om de hond. Vakanties, etentjes, visites en zelfs werk wordt om de hond heen gepland. De hond krijgt ook steeds meer rechten in huis. Daar waar het dier vroeger slechts rond het erf mocht lopen en een plekje in de hooiberg moest zoeken voor de nacht, daar ligt het dier tegenwoordig pontificaal op de bank en heeft het beste plekje in bed.
Aan de andere kant wordt de hond steeds meer beperkt en wel door gemeentelijke regelgeving. De trouwe viervoeter mag alleen nog op bepaalde plekken zijn behoefte doen, moet altijd aangelijnd worden en kan nauwelijks het natuurlijk gedrag meer tonen. Begrijpt u nu waarom de hond vaak niet meer weet waar hij aan toe is? Natuurlijk is een hond een groepsdier, maar kan het gezin waarin het dier leeft prima zien als een surrogaat roedel. In de roedel zal er echter een rangorde bepaald moeten worden. Daarin zal de hond toch echt op de onderste trede moeten komen. Natuurlijk moet de hond zijn energie kwijt kunnen en dat kan nauwelijks wanneer je de hond slechts 3 keer per dag, hetzelfde korte rondje uitlaat. Wanneer wij als mens beter het hondengedrag leren lezen kunnen we veel probleemgedrag voorkomen en kan een hond nog jarenlang man's best friend blijven. Leuk was de opmerking van een van de lezers. Hij vroeg zich af of de mens, ook een wezen wat in groepen leeft, ook minimaal 200 vierkante meter tuin nodig heeft. Dat zou dan snel wettelijk vastgelegd moeten worden, of anders...... zwarte lijst.

vrijdag 24 augustus 2012

Nieuw hondenbeleid legt viervoeter aan banden

Wanneer een hond geen natuurlijk gedrag kan vertonen zie je ongewenst gedrag. Nieuwsgierig geworden naar het nieuwe hondenbeleid van de gemeente Capelle bezocht ik de gemeentelijke website. In heldere bewoordingen en met de borden die straks overal in de wijken worden geplant maakt de gemeente duidelijk waar de hondenbezitters er na 1 september eraan toe zijn. Mijn oog viel op het stuk waarin de gemeente schrijft over de Uitlaatgebieden Loslopende honden Veel kinderen, maar ook volwassenen zijn bang voor honden. Bijvoorbeeld als die (meestal goedbedoeld) op hen af komen rennen. Ook kunnen loslopende honden soms plotseling oversteken of achter fietsers aanrennen. Dit levert gevaarlijke verkeerssituaties op. Daarom moeten honden op de stoep en op straat aan de lijn. Uitlaatgebieden Voor dit nieuwe beleid hebben we de uitlaatgebieden voor honden opnieuw bekeken. Daarbij hebben we ook de Wijkoverlegplatforms en het Capels Hondenplatform om advies gevraagd. De uitlaatgebieden vindt u in iedere wijk. Een aantal overlastgevende uitlaatgebieden dichtbij woonhuizen zijn vervallen, daarvoor zijn vaak ruimere uitlaatgebieden aan de randen van de wijk toegevoegd waar honden kunnen rennen en spelen. De gemeente maakt de uitlaatgebieden regelmatig schoon. Met de nieuwe kaart in de hand ben ik op zoek gegaan naar de uitlaatgebieden in mijn eigen Schollevaar. De Grafiek uitlopen naar de Burgemeester Beresteijnlaan is nog te doen. Voor mijzelf geen probleem, maar je moet rekening houden met de hond. Die kan toch mooi in dat kleine stukje als reu zijn poot een aantal keren optillen, erger nog mijn Dex kan zomaar onderweg een plekje kiezen waar hij moet poepen. Maar goed aan de rand van de Burgemeester Beresteijnlaan gekomen geef ik Dex het commando te gaan zitten. Dat doet de viervoeter braaf. Dan is het wachten, kijken, loeren wanneer je de drukke weg kunt oversteken. Je moet een soort kansberekening toepassen.
Ga er maar gerust van uit dat de gemiddelde automobilist met een snelheid van 70 kilometer per uur de bocht uit komt, waarna hij binnen een zestal seconden de splitsing met de Grafiek passeert. Het oversteken van de weg met de hond aangelijnd duurt circa 4 seconden, ten minste als je goed ter been bent zoals ik. Twee seconden is de grens tussen leven en dood, maar eenmaal de overkant bereikt ga je letterlijk op in het groen. Wat kan mijn Dex daar toch heerlijk spelen je ziet hem tijden niet meer, want het gras en onkruid staat heuphoog. De ondergrond zie je niet meer die is begroeid en erg oneffen, omdat hier een tijdlang het baggerslip heeft gelegen, wat elders uit de gemeente hierheen gepompt werd Dan herinner ik mij wat de gemeente meldt op haar website: loslopende honden kunnen plotseling oversteken. De schrik slaat mij om het hart en ik roep Dex snel terug. Hij heeft wat tijd nodig om mij te vinden. Ik lijn hem snel weer aan. Het lukt mij wederom zonder kleerscheuren de overkant van de straat te bereiken. De kaart verder bestuderend wil ik naar een volgende uitlaatplaats lopen. Dex moet onderweg poepen, maar ik had mij daarop voorbereid. Ik steek mijn hand in een handig boterhamzakje en pak de warme, ietwat zachte drol op en ga op zoek naar een afvalbak.
Dat wordt echter een hele zoektocht. Nergens in de wijk vind ik een afvalbak waar ik de drol in kan deponeren. Oh ja op de terugweg zie ik naast de graffitiwall aan de Grafiek een afvalbak staan. Ik kijk, maar vind daar geen plekje meer. De bak puilt uit van de lege en halflege spuitbussen. Uiteindelijk heb ik een half uur lang gewandeld en moeten constateren dat het erbarmelijk slecht gesteld is met het aantal afvalbakken in de wijk en de hondendrol in mijn hand inmiddels was afgekoeld. Ik vraag me dan ook af of zo rond december de wijk niet bezaaid ligt met hondendrollen verpakt in plastic. Dex is niet mijn eerste hond ik heb mijn leven lang honden om me heen mogen hebben. Honden hebben een eigen gedrag en ras specifieke eigenschappen en behoeftes. Aangelijnd is het gedrag vaak anders dan wanneer een hond los loopt. Ik kan me heel goed voorstellen dat veel honden straks met het nieuwe beleid beperkt worden in hun bewegingsvrijheid. Want laten we eerlijk zijn. Wanneer je een vijftal honden laat rennen en spelen langs een van de drukste verkeersontsluitingen van de gemeente kun je op de eerste dodelijke aanrijdingen wachten, dus laat niemand zijn hond daar uit. Wanneer een hond geen hond meer kan zijn en geen honds gedrag meer kan vertonen, loopt een hondeneigenaar de kans dat hij zijn hond ziet veranderen. Uiteindelijk gaat de hond ongewenst gedrag vertonen en zullen een groot aantal van deze viervoeters in het asiel belanden, of op straat worden gezet.
Het is goed om een algehele opruimplicht in te voeren daar zijn mens en dier mee gebaat. Op dit beleid sanctioneren is prima. Wat men nu doet is iedereen beboeten. Het is toch ook niet zo dat wanneer iedere dag honderden automobilisten door het rode licht rijden alle huishoudens met een auto hiervoor moeten boeten en een prent krijgen toegestuurd? Als de gemeente stelt dat veel volwassenen en kinderen bang zijn voor honden, moeten we daardoor middel van voorlichting wat aan doen. Wanneer ik met Dex langs het trapveldje bij de Aquarel loop, komen steevast twee kleine meisjes op ons aflopen. In het begin ietwat angstig voor de hond. Nu voeren ze de viervoeter brokjes en leg ik ze uit wat ze wel en niet moeten doen in de omgang met honden. De mens heeft de hond van zich afhankelijk gemaakt. Wij hebben dan ook de verantwoording om goed voor de dieren te zorgen. Dat doe je niet om ze hun leven lang aan een riempje te laten lopen. Henk Beugeling & Dex

zondag 19 augustus 2012

Welke politieke partij zet chippen in verkiezingsprogram?

Rond 1990 kwam de toenmalige dierenarts van het dierenopvangcentrum Rotterdam, Henk Heuthorst terug van een werkbezoek aan Belgie. Hij was daar in aanraking gekomen met de microchip die als alternatief kon dienen voor de oortatoeage bij dieren. Dieren die vanuit de asielen werden herplaatst moesten volgens de wet in beide oren getatoeëerd worden en de nummers moesten geregistreerd worden bij de SRGN, de stichting gezelschapsdieren Nederland.
Als beheerder van het asiel heb ik vaak de tatoeeerders moeten bijstaan in hun werkzaamheden, omdat zij het niet alleen afkonden. Een hond werd eerst een snuitband omgedaan, om te voorkomen dat hij uit angst of pijn de man zou bijten die de oren zou doorboren met een tang met vele naalden. De hond moest dan op een speciale manier gefixeerd worden, meestal werd de viervoeter tussen de benen van de assistent geplaatst die met de handen de kop van de hond vast hield. Vele honden hebben uit angst zich helemaal leeg geplast of -gepoept tijdens deze pijnlijke handeling. Wanneer eenmaal het werk met de tang was afgerond, werd er een groene pasta in de wonden gesmeerd. Deze vormde later het zichtbare nummer in de oren.
In die jaren werd er vanuit het asiel in Rotterdam besloten de katten niet te tatoeeren. Het zou voor de katten in onze ogen teveel stress en pijn opleveren. Een bekeuring hebben we hiervoor nooit gehad, omdat we daarmee graag een proefproces zouden hebben uitgelokt, iets waar men vanuit de SRGN niet op zat te wachten. U kunt zich dan ook voorstellen hoe blij we waren toen Henk Heuthorst de microchip in ons land kon introduceren. Zo klein als een rijstekorrel werd via een injectienaald onderhuids de chip bij een dier ingebracht. De chip was voorzien van een uniek nummer dat gekoppeld kon worden aan de gegevens van een eigenaar.
Weg met de vervelende, dieronvriendelijke tatoeagetang zou je zeggen. Zo eenvoudig ging het echter niet. Er was geen enkele instantie te porren voor dit idee. We hebben diverse presentaties gegeven, voor regionale en landelijke partijen die invloed hadden of konden uitoefenen op de besluitvorming om de chip in te voeren. Zelfs de landelijke Dierenbescherming was in die jaren geen voorstander van de chip en hield vast aan het tatoeeren. Het heeft nog tot midden jaren 90 geduurd voor er enig draagvlak kwam en nog vele jaren daarna werd de microchip pas " gedoogd" als identificatie en registratiemiddel bij dieren. Uiteindelijk zou het in 2012 zover moeten zijn ( u leest het goed, meer dan 20 jaar later )dat de wettelijke verplichting tot chippen bij honden van kracht zal worden. We zijn echter al halverwege het jaar en ik vrees dat het wederom uitgesteld wordt. De kattenwereld is er nog helemaal niet aan toe om te chippen vrees ik. Sommige rasverenigingen houden hun stamboeken nog bij op papier. Veel fokkers van katten plaatsen de dieren met de mededeling dat het verstandig is om het dier bij een eerste bezoek aan de dierenarts te laten chippen. Ervaring leert dat dit advies nauwelijks wordt opgevolgd. Ik snap niet waarom het zo lang moet duren voor men de noodzaak inziet van de verplichte identificatie en registratie van huisdieren.
Ik snap niet waarom de druk van de gemeenten op de overheid niet wordt opgevoerd om de verplichting in te voeren. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kosten van opvang van zwervend aangetroffen dieren. In Rotterdam alleen al gaat dit om meer dan € 500.000 per jaar. Landelijk gezien kom je al gauw op miljoenen die je met de invoering van de microchip kunt terugbrengen. Ieder gechipt dier kan snel herenigd worden met een eigenaar en als een eigenaar het dier niet meer wil, kan deze na betaling van de kosten afstand doen van het dier. De verblijfsduur van een dier in een asiel kan aanzienlijk teruggebracht worden. In feite leg de de verantwoordelijkheid daar neer waar het thuis hoort: bij de eigenaar van het dier. Het zou in het kader van de bezuinigingen en de financiële nood waarin we ons thans bevinden een goede zaak zijn wanneer de verplichting om huisdieren te chippen snel zou worden ingevoerd. Ik kan me zo voorstellen dat veel politieke partijen dit dan ook in hun verkiezingsprogram hebben opgenomen. Ik zal de komende periode eens kijken hoeveel partijen zich hierover druk maken. Kijkt u mee?

woensdag 8 augustus 2012

Laat bijen geen bijzaak zijn.

Dit jaar is uitgeroepen tot het jaar van de bij. Niet zonder reden, omdat de honingbij het erg moeilijk heeft. Wereldwijd sterft ieder jaar circa 30% van de bijenvolken. Het probleem wordt danig onderschat. De honingbij is voor 80% verantwoordelijk voor de bestuiving van bloemen en planten. Veel groenten en nog meer fruit kunnen alleen groeien als en bloem bezocht is door de bij. En zoals Einstein het al eens heeft gezegd: " Wanneer de bij sterft, sterf de mensheid daarna binnen 4 jaar". Veel van de beweringen van deze man zijn reeds uitgekomen....
Zo langzamerhand komt men tot inzicht dat er iets gedaan moet worden aan het bijenprobleem. De landelijke politiek echter ziet het nog niet echt als haar taak hier iets aan te moeten doen. In de lagen eronder, zoals provincies en gemeenten begint enige beweging te komen. De vraag is of de politiek hier alleen iets aan moet doen. Ik denk dat we het probleem van bijensterfte gezamenlijk moeten aanpakken. Hoe? Allereerst moeten we de oorzaken van het probleem bijensterfte opsporen. Nu denkt men dat de Varoamijt en de schadelijke gewasbestrijdingsmiddelen oorzaken zijn van de sterfte onder de bijen. Zekerheid hebben we hierover nog niet. We moeten dan ook geld investeren in onderzoek naar de bijensterfte en dat kan vanuit de overheid. Moeten we daarin zelf het wiel uitvinden, of kunnen we aantakken bij internationale onderzoeken? Ik denk dat we ons aan moeten sluiten partijen die al vergevorderd zijn in hun zoektocht naar de oorzaken van de bijensterfte. Goed dat kost geld en daarin kan terecht de vraag gesteld worden: is dat nodig? Wanneer je het mogelijke wereldvoedselprobleem dat ontstaat wanneer de bijen wegvallen,laat opwegen tegen de kosten van onderzoek denk ik dat we er snel uit zijn. We moeten de portemonnee trekken. Maar er zijn meer maatregelen die getroffen moeten en kunnen worden. De bijen hebben voor hun eigen gezondheid meerdere soorten stuifmeel nodig. Dat betekent een gevarieerd aanbod van bloemen en planten. De mens kan daar veel aan doen. Plant in uw eigen tuin een gevarieerd aanbod van bloemen en planten, zodat u niet alleen het hele jaar door leuke bloemen in de tuin hebt staan, maar ook de bijen tot in het najaar hun broodnodige stuifmeel kunnen halen.
Maar hoe komt de bij in uw tuin? Een bij kan zich uitstekend oriënteren op het volk waartoe het behoort. In een goede periode, bijvoorbeeld in de zomer heeft een bij een actieradius van 3 kilometer. Wanneer u een honingbij in uw tuin ziet betekent dit dat er een bijenvolk binnen 3 kilometer afstand zit. Imkers zullen dan ook meer aan spreiding moeten doen en op meerder plekken hun volken moeten plaatsen. Zo vergroot je niet alleen het werkgebied van de bijen, je spreidt ook het risico op ziekten in de volken. Zo kunnen imkers en bewoners van dorpen en steden allen een steentje bijdragen het de bijen het beste bieden wat zij nodig hebben. Ook gemeenten en provincies kunnen iets doen aan het probleem. Zo kunnen de overheden een ander maai- en zaaibeleid invoeren. De gemeente Zoetermeer geeft daarin een heel goed voorbeeld. Zo maait men daar minder de bermen en houdt men rekening met bloeiende planten en bloemen. Ook ruimt men het gemaaide gras direct op, zodat er geen verrijking plaatsvindt van de grond. Hoe rijker de grond is, des te beter groeien bijvoorbeeld de brandnetels. De gemeenten kunnen braakliggende gronden inzaaien met een mengsel van bloemenzaad, zodat het niet alleen leuk oogt, maar ook goed is voor de bijen. De imkers moeten meer de ruimte krijgen om bijenkasten te plaatsen waar het kan. Nu zijn er nog vaak teveel regels die het onmogelijk maken om bijen te houden. Zo heb ik zelf de ervaring een keer gehad met de NS. Langs het spoor achter mijn huis groeit de koolzaad volop. Ik had een verzoek ingediend bij de NS om op een afgesloten gebied op ongeveer 15 meter van het spoor een bijenvolk te plaatsen. Het werd afgewezen, omdat interne regels dit onmogelijk maakte. Men moest te allen tijden aan het spoor kunnen werken zonder gevaar voor hun medewerkers. En dan komen we nog op het onderwerp voorlichting. Talloze keren per jaar word ik gebeld door mensen die last hebben van bijenvolken of -zwermen. Het blijkt maar al te vaak dat men niet weet welke verschillen er zitten tussen wespen, bijen en hommels. Op scholen of tijdens lezingen kunnen imkers voorlichting geven over " hun" bijen.
Al met al kunnen we samen iets aan het probleem van bijensterfte doen. Gelukkig komt er iets van beweging in de provinciale en gemeentelijke aanpak. Zo zijn er onlangs initiatieven vanuit de Provinciale Staten Zuid-Holland ingediend door de Partij voor de Dieren aangenomen. Ook heeft een amendement van D66 de gemeente Capelle aan het werk gezet om zich bijvriendelijk op te stellen. In beide gevallen heb ik samen met mijn dochter die ook imkert een kleine bijdrage kunnen leveren. Laten we hopen dat we met gezamenlijke inspanningen nog lang van de honingbijen kunnen genieten, al was het voor veel mensen alleen maar voor de heerlijke zuivere honing.

maandag 2 juli 2012

Schiet je katten dood of schiet je er een chip in.

Enige tijd geleden werd ik geintervieuwd door Een Vandaag. Zij maakte een item over de allengs groeiende kattenpopulatie in Nederland en de gevolgen daarvan voor de asielen. Frank Dales, directeur van de landelijke Dierenbescherming noemde een aantal mogelijke oplossingen om het kattenoverschot terug te kunnen dringen. Verbaasd was ik over de kattenbelasting die,wat Dales betreft ingevoerd mag worden.
Ik betwijfel of we met deze maatregel het gewenste effect scoren. De kernvraag in deze discussie is: Waarom zijn er in ons land zoveel katten? Om hier een juist antwoord op te kunnnen geven moeten we eerst antwoord geven op de volgende vraag: Waarom planten mens en dier zich voort? Antwoord: Om het voortbestaan van het soort te garanderen. Belangrijke voorwaarden hierbij zijn ruimte en voedsel. Zijn deze twee componenten ruim voor handen, dan gaat het snel. En zo zie je dat wanneer er ruimte is en voldoende voedsel, de mens bijvoorbeeld zich door de eeuwen heen als een bezetene heeft kunnen voortplanten. Dieren die door de oprukkende mens steeds minder leefruimte kregen werden hier de dupe van. Hiervoor hoef je niet eens te denken aan de olifant, de orang oetang of de panda. Dichter bij huis zijn er diersoorten genoeg te noemen die uitgestorven zijn, of zich op het randje van uitsterven bevinden omdat er onvoldoende leefruimte of voedsel voor ze is. In ons land is er dus genoeg ruimte en voedsel voor katten zou je kunnen stellen. Wanneer je, zoals de jagers dit graag willen, de wilde katten zou afschieten lost dit het probleem echter niet op. Het is een utopie te stellen dat iedere kat de dood zal vinden als de jagers deze dieren echt op de korrel zullen nemen. Wanneer er in een bepaald gebied veel katten worden doodgeschoten, creeer je een vacuum, die snel zal worden opgevuld door andere katten. Deze katten worden geprikkeld om meer kittens te produceren omdat hun leefgebied vergroot wordt. Het klinkt allemaal logisch en zo is het ook. Mijn voorstel zou zijn de katten, net als bij honden verplicht te laten identificeren en te registreren.
Iedere kat een chip en ik zal u de voordelen op een rijtje zetten. 1:Een gechipte kat kan bij weglopen veel sneller bij de eigenaar gebracht worden. 2:De gemeentelijke kosten voor de opvang van zwervend aangetroffen dieren worden met circa 70% teruggebracht. 3:De verblijfsduur in een asiel voor weggelopen dieren kan sterk teruggebracht worden. Hierdoor komt het dierenwelzijn minder in het gedrang. 4:Niet gechipte katten vallen onder de verwilderde of wilde katten, zodat hier passende vangacties op toegepast kunnen worden. Vangen, onvruchtbaar maken en weer op de locatie uitzetten. Ik begrijp dan ook niet waarom de VNG ( Vereniging Nederlandse Gemeenten) niet eerder heeft gepleit voor een algehele Identieficatieplicht bijkatten. De vraag: Schiet je katten dood of schiet je er een chip is, is wat mij betreft snel beantwoord. Chippen, het kost een prikkie.

zondag 29 april 2012

Doek valt voor dierenpolitie. En nu?

Zeven weken hebben ze in het Catshuis gezeten. VVD,CDA en de gedoogpartij PVV voerden harde bezuinigingsonderhandelingen achter de schermen. Voor het oog van het publiek was het "oude jongens krentebrood"en liet men zich graag op de gevoelige plaat vastleggen, wanneer ze gearmd door de tuinen van het Catshuis liepen.
En toen trok Geert de stekker eruit. Gegokt en verloren? We zullen het vast nooit te weten komen. Wilders moet zich gerealiseerd hebben dat het vertrouwen in hem en zijn partij als badwater weg zou vloeien toen hij besloot dat hij niet verder wilde regeren. Onmiddellijk en begrijpelijk trokken andere partijen de regie naar zich toe en kwamen binnen een paar dagen met een pakket bezuinigingsplannen dat nog voor de inkt was opgedroogd naar Brussel werd gestuurd. We moeten verder en het uiteindelijke spel om de poppetjes wordt pas na 12 september gespeeld, wanneer de kiezer zich heeft uitgesproken. Intussen zijn diverse stekkers uit evenzovele projecten getrokken. Die van Henk Bleker's project om de natuur op te offeren voor recreatie en commercie bijvoorbeeld. Op iedere hoek van een bospad een restaurant, Staatsbosbeheer tot op het bot toe uitkleden. Het lijstje van Blekers plannen was lang, maar ligt nu deels in de prullenbak. Waar onmiddellijk ook de stekker werd uitgetrokken was de Dierenpolitie. Het Wildersproject stuitte vanaf het begin al op weerstand en werd gekscherend al Caviapolitie genoemd en velen zien de val van dit korps als pure waarkneming op de PVV.
Hoe het politieke spel ook gespeeld is, in welke slangenkuil het onderwerp Dierenpolitie ook gegooid is, een ding is duidelijk, de dieren dreigen hiervan de dupe te worden. Natuurlijk geeft men aan dat de opgeleide agenten nog steeds dierenwelzijnszaken kunnen oppakken, maar in de praktijk zullen deze dienders nauwelijks meer aandacht kunnen schenken aan dierenmishandeling, verwaarlozing of andere misstanden. Ik zie geen roostermaker binnen de politie die deze agenten de straat op stuurt om een paar uurtjes per dag het dierenwelzijn te handhaven. Maar hoe moet het nu verder? Kunnen malafide dierenhandelaren nu vrij hun gang gaan? Blijft de dierenmishandelaar ongestraft?
Als er niets gebeurt gaat het niet goed of wordt het niet beter. Niet voor ons, niet voor de dieren. Dat zou als gevolg kunnen hebben dat veel dierenleed ongestraft blijft, handelaren hun gang kunnen gaan, verwaarlozing van dieren niet meer wordt gezien. Dat mag niet gebeuren, zelfs niet in een vacuumperiode waarin we ons nu bevinden. Ik zou nu de partijen die zich bezighouden met dierenwelzijn op willen roepen om zich te vereniging. Dan kijk ik in dit geval naar de AID ( Algemene Inspectie Dienst) en de LID ( Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming) De eerste partij houdt zich met name bezig met de landbouwhuisdieren, de tweede met gezelschapsdieren. In het kader van efficientie en bezuinigingen zou ik deze twee diensten aan elkaar koppelen. Ten eerste scheelt dat in de overheadkosten, ten tweede worden de krachten en expertises gebundeld. Schuif de AID onder bij de LID en geef de Dierenbescherming als instantie die zich nu ook al inzet in het belang van alle dieren. Met een eenwording van de AID/LID hoef je als opsporingsambtenaar niet eerst lang na te denken of je een "zaak"nu mag behandelen of door moet schuiven naar de andere dienst, waardoor soms kostbare tijd verloren kan gaan. De centrale meldkamer is er al. Het nu al bekende en veel gebelde nummer 144 kan in dat opzicht een nog belangrijker rolkrijgen.
Ach het lijkt zo simpel, maar of het in de praktijk ook zo eenvoudig wordt opgelost? Dat weten we pas ver na 12 september als iedere politieke partij zal afwijken van de aan de kiezer voorgeschotelde beloften. De strijd om het pluche is dan begonnen, principes worden overboord gezet om toch maar in de stoelen van de Tweede Kamer te komen. Maar je kunt er als kiezer alvast rekening mee houden door de politieke partijen naar hun programma's te vragen Ik vraag me af of er nog 1 partij de Dierenpolitie in zijn partijprogram durft op te nemen. Ik vrees met grote vreze. Kies op 12 september bewust en let daarbij ook op het belang van de dieren.

zondag 22 april 2012

Omdenken in de veehouderij kan dat?

Gisteren las ik het volgende bericht: Welzijn dieren ligt niet aan het aantal dieren in een stal. De provincie Overijssel boog zich onlangs over de vraag of megastallen een uitkomst kunnen bieden voor de boeren die intensieve veehouderij uitoefenen. Ineke Bakker, gedeputeerde van de Provincie bracht de stelling in dat de grootte van een stal en het aantal daarin gehouden dieren het dierenwelzijn niet in gevaar hoeft te brengen. Om u even een beeld te geven van wat is toegestaan: Staatssecretaris Henk Bleker van Landbouw wil het niet al te groot maken zoals hij zelf zegt. Niet meer dan 250 koeien,
niet meer dan 7500 vleesvarkens
en niet meer dan 220.000 kippen.
Boeren geven aan dat zij hun intensieve veehouderij uit moeten breiden. Lukt dat niet dan moeten zij sluiten, omdat dit niet meer rendabel zou zijn. In de discussie geven voorstanders van de uitbreidingsplannen aan dat er kansen liggen op het platteland.Maar zijn de megastallen de uitkomst, of kunnen we ook "omdenken"? Omdenken is een andere wijze van denken. Een pessimist ziet een glas halfleeg. Een optimist ziet het glas halfvol. Het omdenken gaat uit van een derde benadering: waar is de kraan?
Wanneer de boeren in de intensieve veehouderij nu ook eens gaan omdenken ziet Overijssel er straks heel anders uit en liggen daar wellicht de ultieme kansen die men zoekt. Maak van het gebied waar de schaatser Wennemars, de zanger Herman Brood of de fabrikant ten Cate hun roots hebben liggen een trendsetter in de markt van natuurbescherming, dierenwelzijn en maatschappelijke bewustwording. Vergroot de aantallen dieren niet in een stal, maar verklein ze juist. Laat de kippen zien wat buitenlucht is, wat echt scharrelen is en geef ze de ruimte. Verban de plofkip en zorg ervoor dat de kippen en eieren kunnen leven zoals ze dat iedere andere kip ook zouden toewensen. Laat het varken wroeten in de modder, haar huid schuren tegen de planken en de eikels eten die in de herfst van de bomen vallen in de wei.
Laat de koeien niet alleen in april dansen, wanneer Campina met fraaie reclame laat zien hoe gelukkig de koeien zijn wanneer ze onder toezicht van veel ( betaalde) belangstelenden huppelend en dansend het groene gras weer kunnen opzoeken. Laat diezelfde koeien zoveel mogelijk het hele jaar door de keuze maken of zij de wei in gaan of een rustig plekje willen zoeken in de stal, waar omgevings verrijkende elementen zijn aangebracht, zoals een knuffelwand en schuurplekken. En natuurlijk moet je de standpunten van veel politieke partijen meenemen, bijvoorbeeld van de VVD aldaar. "Verhoog de prijzen van de producten, dan heb je het probleem opgelost". Zij gaan er echter vanuit dat de huidige situatie voor wat betreft de aantallen niet gewijzigd wordt. Je moet dan ook een oplossing zoeken voor de aantallen dieren die per locatie, of boerderij teruggebracht worden. Welnu, maak deze dieren bijzonder. Laat zien hoe diervriendelijk Overijssel is, dat men rekening houdt met de intrincieke waarde van het dier, dat men bewust omgaat met dierenwelzijn. Maak de producten van deze dieren exclusief, zodat ze aantrekkelijk worden voor een grote groep mensen. En betrek deze mensen ook bij de bedrijfsvoering.
De recreatieve mogelijkheden binnen de provincie moeten beter uitgebuit worden. Maak kamperen bij de boer nog leuker en verruim de mogelijkheden voor de boer en zorg ervoor dat hij extra inkomsten krijgt. Een win-win situatie ontstaat dan. Uit eigen ervaring weet ik hoe leuk het kan zijn om te kamperen bij de boer. Een beetje enthousiaste boer laat kinderen helpen bij het voeren en melken van de koeien, geeft uitleg en voorlichting over het boeren leven en laat iedereen in zijn "etalage"kijken.
Zeker weten dat veel meer mensen bewust vlees, eieren en zuivelproducten gaan kopen. Met een teruglopende economie, waarbij steeds meer mensen in eigen land op vakantie zullen gaan liggen hier de plattelandskansen. En als het zoals de laatste jaren veel in de zomer regent..... dan houden we in de leeggekomen stallen boerenfeesten. Laten we hier rekening mee houden wanneer we over enige tijd weer naar de stembus moeten.....